Verhaal geschreven door Demi

Onderstaand verhaal is geschreven door onze leerling Demi. Inmiddels heeft Demi de filmrechten verkocht en is er een bijpassend filmpje van gemaakt in samenwerking met een aantal klasgenoten. De film ziet u onder het verhaal.


Elk huisje heeft een kruisje, geschreven door Demi

Indy werd wakker, deed haar sloffen aan en liep naar beneden. Ze hoorde dat haar ouders luidruchtig ruzieden. Een glas viel met een klap op de grond. Verbaasd keek ze stiekem om een hoekje om te zien wat er aan de hand was. Haar moeder stond in de keuken, gekleed in haar ochtendjas en met een glas wijn in haar hand terwijl ze schreeuwde. Haar vader had een van haar moeders favoriete glazen uit de kast gepakt en het op de grond gegooid.

Haar moeder raakte nog bozer en begon te schelden. Indy voelde de tranen opkomen en ging stilletjes zitten. Haar vader merkte het echter op en brulde: ‘Begin jij nu ook al te huilen?!’ Geschrokken rende Indy naar boven en pakte haar kat op schoot.

De kat gaf haar troostende kopjes en begon te spinnen. ‘Jij vindt het ook niet leuk, hè? Gelukkig hebben wij elkaar.’, fluisterde Indy terwijl ze haar kat aaide. Na een tijdje ging ze weer naar beneden en zag haar moeder op de bank een serie kijken. Ze besloot het gesprek aan te gaan.

‘Mam, ik heb een vraag.’ begon Indy voorzichtig. Haar moeder keek op en snauwde: ‘Ga weg! Wat wil je?’ Met een schop werd Indy van de bank afgeweerd. ‘Heb je ontbijt voor me gemaakt?’ vroeg Indy. ‘Nee, nu wegwezen. Pak maar een appel of zo,’ antwoordde haar moeder.

Indy pakte een appel en vertrok naar school. Terwijl ze op weg was, zag ze een klein meisje op de nek van haar vader zitten. Het meisje lachte vrolijk terwijl haar moeder veel foto’s maakte. Indy voelde een steek van jaloezie en liep snel door. Ze kwam vijf minuten te laat op school.

In de klas moest ze uitleggen waarom ze te laat was. ‘Nou,’ zei de meester, ‘waarom ben je te laat?’ Een klasgenoot riep snel: ‘Ze zat vast op de wc, haha!’ De hele klas barstte in lachen uit. ‘Ga maar zitten,’ zei de meester. ‘Probeer de volgende keer op tijd te komen.’

‘Ja, meester,’ antwoordde Indy, terwijl ze naar haar plek liep. Na schooltijd ging ze naar huis, waar ze geen zin in had. Ze liep direct naar haar kamer en begon met haar wiskunde huiswerk.

In de nacht schrok Indy wakker van een alarm, maar het was niet haar wekker. Het was het brandalarm. Haar kat vloog in paniek door de kamer. Indy hoorde haar ouders roepen en zag hen naar haar kamer stormen. "Pak die kat en ga naar buiten!" riep haar moeder dringend. Indy greep de kat en rende naar buiten.

Buiten zag ze haar vader woedend de brandweer bellen, terwijl haar moeder in tranen naar hun huis keek. "Al mijn kleren! Ze zijn weg!" jammerde ze.

Met trillende handen en een hart vol angst staarde Indy naar het huis. De bovenverdieping stond in brand. De brandweer arriveerde al snel met een team van tien man. Terwijl de meeste brandweermensen bezig waren met blussen, sprak één van hen met haar vader. "Meneer, kunt u vertellen wat er gebeurd is?"

Haar vader antwoordde haastig: "Mijn vrouw had weer zo'n stom geurkaarsje aangestoken en gooide haar kleren erop. Binnen tien minuten stond alles in brand."

Rond acht uur 's ochtends hadden de brandweerlieden het vuur onder controle. Ze lieten de familie weten dat het te gevaarlijk was om naar boven te gaan en adviseerden hen om de komende maand in een hotel te verblijven. Maar Indy’s vader weigerde boos. "Wij blijven hier wonen!" Dan slapen we wel beneden. En nu, weg hier!" riep hij fel.

"Oké, oké, we gaan al, meneer," zei een van de brandweermensen kalmerend. Indy’s vader beende het huis in. "Komen jullie nog?" riep hij ongeduldig.

Indy en haar moeder volgden hem naar binnen. "Luister goed," zei haar vader streng. "Ik slaap op de bank, je moeder op de chaise longue, en jij in het bad." "Begrepen?"

Indy durfde niets te zeggen en knikte zwijgend. Ze ging naar de badkamer, waar ze eerst een bedje voor haar kat maakte en daarna haar eigen geïmproviseerde bed. Terwijl ze naar het plafond keek, vroeg ze zich af waarom ze zulke verschrikkelijke ouders had. Haar kat kwam naast haar liggen en samen vielen ze in slaap.

Indy werd wakker in het bad, haar rug deed verschrikkelijk veel pijn en ze had slecht geslapen. Toch moest ze naar school. Op school aangekomen was de meester blij, want Indy was op tijd. Vandaag stond er een wiskundetoets op het programma. Indy was de beste in de klas met wiskunde, dus ze was er zeker van dat het goed zou komen. Maar toen ze haar toetsblad kreeg, kon ze zich niet concentreren. Haar gedachten bleven maar teruggaan naar de brand van gisteravond.

Een uur later leverde Indy haar lege toetsblad in en wilde vertrekken, maar de meester riep haar terug. “Ik kijk naar je blad, maar ik zie nauwelijks iets. Is er iets aan de hand? Je bent toch een van de besten uit de klas, Indy?” Indy wilde niets liever dan vertellen wat er thuis gebeurd was, maar ze wist dat haar vader dan boos zou worden. “Nee, ik voel me gewoon niet zo lekker,” antwoordde ze. “Sorry, Indy, maar dan krijg je toch een onvoldoende,” zei de meester. “En ik wil een handtekening van je ouders dat ze weten dat je gezakt bent.”

Indy liep naar huis. Door het raam van de woonkamer zag ze haar kat zitten en haar moeder die, zoals gewoonlijk, haar stomme serie aan het kijken was. Wat haar het meest opviel, was de zwartgeblakerde bovenkant van het huis, een herinnering aan het vuur van gisteravond. De angst van die nacht kroop weer naar boven.

Binnen vroeg Indy aan haar moeder om een handtekening. “Boeit mij dat,” zei haar moeder, terwijl ze wat chips in haar mond stopte. Indy pakte een pen en krabbelde zelf iets op het formulier. “Nou, dat is geregeld,” mompelde ze. Ze wilde naar haar kamer gaan, maar realiseerde zich toen dat die er niet meer was. Ze ging naar buiten en liep zonder doel rond, tot ze een bankje tegenkwam. Terwijl ze daar zat, kwam er een blaadje voorbij gewaaid. Ze pakte het op en las wat erop stond: een vermist kind. Indy vroeg zich af hoe zoiets kon gebeuren. Misschien had dat kind ook zulke verschrikkelijke ouders als zij, en was ze daarom weggelopen.

Indy nam het blaadje mee naar huis en stopte het in een kastje in de badkamer. Daar lagen nog dekens die ze ooit had gekocht voor een slaapfeestje. Ze kon toen niet gaan, omdat haar ouders de stad in waren, en zij moest thuisblijven om op het huis te passen. Ze pakte de dekens en legde er één op de badkamervloer. In het bad vond ze ook een slaapzak, die ze erbij legde.

De volgende ochtend voelde Indy zich iets beter, maar haar bed sliep nog steeds veel lekkerder. Ze liep naar de fruitmand, maar er waren geen appels meer. Haar ouders hadden natuurlijk geen ontbijt voor haar gemaakt, dus pakte ze wat chips die haar moeder nog had laten liggen van de vorige avond. Gelukkig lag haar moeder nog in bed, anders had ze helemaal niks kunnen eten. Indy ging naar school, waar ze de toetsuitslag kregen. Zoals ze al wist, had ze een onvoldoende. Ze was niet de enige, maar de andere kinderen deden alsof ze heel slim waren omdat Indy nu gefaald had. Indy wist dat ze er weinig aan kon doen, maar ze was zo boos op zichzelf. Ze voelde zich een mislukkeling, een gevoel dat ze niet kende, en het voelde verschrikkelijk.

Toen ze thuis kwam, zag ze iets wat haar diep schokte. Haar ouders hadden de kat in een klein kooitje gestopt en een halsband omgedaan die aan het hok vastzat, omdat de kat op de bank had gekotst. Indy was woedend. Voor het eerst schreeuwde ze tegen haar ouders, tranen in haar ogen: “Hoe konden jullie dit doen? Ze kan niet eens liggen!” Ze rende naar haar kat, maakte haar los en deed de halsband af. De kat had wondjes om haar nek. Indy kon haar tranen niet meer inhouden en barstte in huilen uit. Ze rende met haar kat naar de badkamer en pakte het blaadje van het vermiste kind.

Indy besloot dat het tijd was om weg te gaan. Ze pakte haar schooltas, ging naar de winkel en kocht wat appels, brood en kattenvoer. Haar kat kroop in de tas, haar kopje stak uit de opening. Indy liep naar de deur, klaar om weg te gaan, maar haar vader hield haar tegen. “Waar denk je heen te gaan? Je hebt straf!” riep hij. “Ga trouwens even een biertje voor me halen.” Indy liep weg, wetende dat ze toch geen bier mocht kopen, omdat ze nog geen 18 was. Ze wist het nu zeker: ze ging weglopen. Het was misschien niet het beste idee, maar ze wist niets beters.

Ze liep het dorp uit, richting het bos, en verzamelde wat takken. Onderweg vond ze een zeil dat ze ook wilde gebruiken. Ze bouwde een stevige hut met 27 grote takken en legde het zeil eroverheen. Daarna legde ze haar dekens en slaapzak in de hut. Gelukkig had ze een grote kerstsok waarin haar kat kon slapen. Maar toen ze wilde gaan liggen, hoorde ze een geluid. “Hallo? Is daar iemand?” klonk een stemmetje. “Ik ben hier,” antwoordde een klein meisje. Indy liep naar haar toe en pakte het blaadje van het vermiste kind. “Heet jij toevallig Lotje?” vroeg ze. Het meisje keek verlegen en knikte. “Ja, huh, hoe weet je dat?” Indy liet haar het blaadje zien. Lotje begon te huilen en Indy gaf haar een knuffel. “Ben jij ook vermist?” vroeg Lotje. “Ik ben weggelopen, maar ik blijf bij jou, dat beloof ik,” zei Indy. “Heb je wel een bed?” vroeg Lotje. “Nou, ik slaap op een deken die ik heb gevonden,” antwoordde Indy. “Ik heb genoeg plaats, kom maar bij mij,” stelde Lotje voor.

De volgende ochtend gaf Indy Lotje een appel als ontbijt. “Wat doe je eigenlijk in het bos? Waarom ben je weggegaan?” vroeg ze. “Mijn mama was ook arm, ik ben op straat geboren en ben haar kwijtgeraakt,” antwoordde Lotje.

“Wat zullen we vandaag doen?” vroeg Indy. “Misschien kunnen we naar het strand?” stelde Lotje voor. “Dat is wel heel ver lopen, maar misschien kunnen we met iemand meerijden?” zei Indy. Ze stonden langs de weg met een bordje waarop ‘strand’ stond geschreven. Na een tijdje stopte er een auto. Een vrouw met twee kinderen vroeg: “Hey dames, willen jullie naar het strand?”

“Uh, ja mevrouw, kunt u ons daar afzetten?” vroeg Indy. “Noem me maar Liv. Natuurlijk, we gaan ook naar het strand,” antwoordde de vrouw. Indy en Lotje stapten in. De kinderen in de auto waren nog klein. “Vier en twee?” gokte Indy. “Ja, klopt, en er is nog een tweeling op komst,” lachte Liv. Ze vertelde over de beste plekken op het strand.

Aangekomen bij het strand, tilde Indy Lotje uit de auto en ze renden samen naar het strand. Lotje ging aan de rand van de zee zitten en groef een groot gat in het zand dat zich vulde met water. Ze deed haar voeten erin en deed net alsof ze in een voetenbad zat. Indy vroeg zich af wat haar ouders nu aan het doen waren, en of ze haar aan het zoeken waren. Ze voelde plotseling iets op haar rug. Een man tikte haar aan en vroeg of ze een gratis donut wilde. Indy moest nog eten en nam de donut aan. Ze riep Lotje, die nog bezig was met haar voetenbad. Lotje zag de donut en rende op Indy af. “Is dat voor mij?” vroeg ze, met een grote glimlach. Indy knikte en gaf de donut aan Lotje, die er een grote hap van nam alsof ze nog nooit eerder een donut had gegeten. Even later riep Liv dat ze naar huis gingen en vroeg of Indy en Lotje mee wilden. Lotje rende naar de auto en Indy lachte terwijl ze achter haar aan rende. In de auto vertelde Lotje enthousiast over de donut en het voetenbadje.

“Waar kan ik jullie afzetten?” vroeg Liv. “Uhhh, we hebben eigenlijk nog geen slaapplek,” antwoordde Indy. “En het bos is nat,” voegde Lotje eraan toe. Liv stopte met de auto en vertelde dat ze iemand kende die een hotel had. Indy knikte dankbaar en voelde een glimlach opkomen. Ze zette hen af bij het hotel en liep met hen mee naar de receptie. Vil vertelde dat Indy en Lotje een tweepersoonskamer nodig hadden.

De kamer had een tapijt op de vloer, een mooi rood tapijt indy lotje leep naar het bed en sprong als een kikker op het bed. Indy kwam in het bed en seinde naar lotje dat ze moest stoppen met springen en moest gaan liggen.

Indy zucht, ze weet eigenlijk niet zo goed waar ze mee bezig is. In haar hooft is ze wel met veel bezig. Lotje heeft heeft nog te veel energie en begint weer te springen.

Indy pakt haar kat op schoot.Lotje stopt met springen en gaat liggen.”hoe heet ze?”vraagt lotje. “Het is een hij en hij heet rikki."vertelt Indy “hoi rickie ik ben Lotje.” "Indy begint te lachen.”zullen we maar gaan slapen?” vraagt Indy? 
Lotje knikt en sluit haar ogen.

Hoe loopt dit af? We wachten op deel 2.